
48
49
BEELDPANEEL
DRAAIEN BEELDEN
Roteer het beeld in elke richting.
• Selecteer ongedaan maken uit het Bewerken menu om de rotate functie
te verlaten zonder wijzigingen aan te brengen. Met ongedaan maken kunt
u alleen uw laatste actie ongedaan maken.
• Het Draaien dialoogvenster verschijnt wanneer u Willekeurig kiest.
Selecteer Draaien uit het Afbeelding menu en kies
vervolgens één van de volgende mogelijkheden uit het
submenu:
90 graden naar links 180 graden
90 graden naar rechts Willekeurig
Gebruik de optie-
koppen om de
schaal, hoek en
richting in te stellen.
• Klik op Annuleren om het
dialoogvenster te verlaten
zonder dat de wijzigingen
worden doorgevoerd.
SPIEGELEN BEELDEN
Met deze functie kunt u beelden horizontaal of verticaal spiegelen.
Selecteer Spiegelen uit het Afbeelding menu en kies
vervolgens Horizontaal of Verticaal uit het submenu.
Horizontaal Verticaal
• Maak uw actie ongedaan door het beeld weer te spiegelen, of selecteer
ongedaan maken uit het Bewerken menu om de wijzigingen ongedaan te
maken. De ongedaan maken functie maakt alleen uw laatste actie
ongedaan.