138
NEDERLANDS
• Maximale draadlengte voor afstandsbediening van binnensysteem: 1 L1+L2+L3+L5+L6
=
200 m (1,25 mm
2
)
2 L1+L2+L3+L5+L7
=
200 m (1,25 mm
2
)
3 L1+L2+L4
=
200 m (1,25 mm
2
)
4 L6+L5+L3+L4, L4+L3+L5+L7
=
200 m (1,25 mm
2
)
• Lengte afstandsbedieningsdraad: r1, r2
=
10 m (0,5 tot 0,75 mm
2
)
Als de lengte groter is dan 10 m, gebruik dan afgeschermde draad met een doorsnedeoppervlakte van 1,25 mm
2
en bereken de lengte
van dat gedeelte (L4 en L7) dan in verhouding tot de totale lengte en de grootste afstand tot de afstandsbediening.
Voorbeelden van bedrading voor transmissiekabels
200 of lager
200 of hoger
(*1)
Eigenschappen van de
aangesloten binnenapparaten
Aantal binnenapparaten dat kan worden aangeslo-
ten zonder RP.
Toegestane lengten
Verboden zaken
Bedradingsmethode en instellen van adres
C. Voorbeeld van een systeem waar gebruik wordt gemaakt van een transmissieversterker (Combinatie van de systemen A en B)
a.
De adresinstellingen zijn dezelfde als voor de bedradings-aansluitvoorbeelden A en B.
b. Zorg dat het aantal aangesloten binnenapparaten en afstandsbedieningseenheden valt binnen het aantal eenheden dat in de volgende
tabel wordt aangegeven voor het totaal aantal eenheden dat is aangesloten tussen het buitenapparaat (OC) en de transmissieversterker
(RP) N1 en het aantal eenheden dat is aangesloten na de transmissieversterker (RP) N2.
c. Sluit de voedingsaarde stevig aan op de transmissieversterker (RP).
Sluit de transmissiekabels van de kant van het buitenapparaat aan op de aansluitingen A en B van het aansluitblok voor transmissiekabels
1 (TB2) van de transmissieversterker (RP).
Sluit de transmissiekabels van de kant van het expansie-binnenapparaat aan op de aansluitingen A en B van het aansluitblok voor
transmissiekabels 2 (TB3) van de transmissieversterker (RP).
Het aantal binnenapparaten en het totaal aantal afstandsbedieningen is tussen haakjes ( ) aangegeven.
*1 Zelfs als er in het koelsysteem slechts één apparaat is aangesloten dat hoger is dan 200, wordt de maximale capaciteit 200 of hoger.
• Let op dat de plaatsen voor de aansluitingen van de transmissieversterker (RP), het aansluitblok voor transmissiekabels 1 (TB2) en het
aansluitblok voor transmissiekabels 2 (TB3) niet worden verwisseld. (Als de aansluitingen worden verwisseld, zal de apparatuur niet goed
functioneren.)
• Sluit de S-aansluitingen van het aansluitblok voor transmissiekabels 1 (TB2) en het aansluitblok voor transmissiekabels 2 (TB3) van de
transmissieversterker (RP) niet samen aan.
M1 M2
TB3
RC
N
1
N
2
IC
M1M2 S
TB5
IC
M1M2 S
TB5
123
TB13
123
TB13
RP
Ground
ABS
TB2
ABS
TB3
L
1
L
4
r
1
L
2
L
3
L
5
L
6
TB6
OC
L
7
r
1
RC
TB6
IC
M1M2 S
TB5
IC
M1M2 S
TB5
123
TB13
123
TB13
M1 M2
TB3
RC
IC
M1M2 S
TB5
IC
M1M2 S
TB5
123
TB13
123
TB13
RP
Ground
AB S
TB2
AB S
TB3
TB6
OC
RC
TB6
IC
M1M2 S
TB5
IC
M1M2 S
TB5
123
TB13
123
TB13
Type afstandsbediening Afstandsbediening PAR-F 25MA
Ouder dan ver. E Nieuwer dan ver. F
16 (32) 20 (40)
16 (32) 16 (32)
Aarde
Aarde
