GE 21, 23, 25, 27, 29 Refrigerator User Manual


 
218
TurboCool.
Werking
TurboCool koelt het koelgedeelte snel af om
voeding vlugger af te koelen. Maak gebruik van
TurboCool wanneer u aan het koelgedeelte een
grote hoeveelheid voeding toevoegt,
voedingswaren op kamertemperatuur terug in
de koelkast plaatst of warme etensrestjes weglegt.
TurboCool kan ook worden gebruikt indien de
koelkast langdurig niet van stroom is voorzien.
Zodra de koelkast wordt ingeschakeld, gaat de
compressor onmiddellijk draaien en worden de
ventilators gedurende 8 uren zo nodig op grote
snelheid in- en uitgeschakeld. De compressor blijft
draaien totdat het koelgedeelte is afgekoeld tot op
circa 1°C; hij slaat vervolgens aan en af om de
ingestelde temperatuur te bewaren. Na 8 uren,
of indien de toets TurboCool opnieuw wordt
ingedrukt, keert het koelgedeelte terug naar de
oorspronkelijke instelling.
Gebruiksaanwijzing
Druk op TurboCool. Het TurboCool waarschuwings
lampje gaat branden.
Aan het einde van de TurboCool -cyclus, het
TurboCool waarschuwings lampje gaat uit.
N.B.:
Tijdens de TurboCool -cyclus kan de temperatuur van het
koelgedeelte niet worden gewijzigd.
De temperatuur van het diepvriesgedeelte wordt niet
beïnvloed tijdens de TurboCool -cyclus.
Wanneer tijdens de TurboCool -cyclus de deur van het
koelgedeelte wordt geopend, blijven de ventilators draaien
indien zij aan het draaien waren.
Temperatuurregeling (Vervolgd).
Grenzen omgevingstemperatuur
Deze koelkast is bedoeld voor werking bij omgevingstemperaturen die afhangen van de
op de typeplaat vermelde temperatuurklasse.
Omgevingstemperatuur
Temperatuurklasse Symbool Maximum Minimum
Gematigd –
lang SN 32°C 10°C
Gematigd N 32°C 16°C
Subtropisch ST 38°C 18°C
Tropisch T 43°C 18°C
N.B.: De temperatuur in de koelkast kan worden beïnvloed door factoren zoals de plaats van de koelkast, de
omgevingstemperatuur en het aantal keren dat de deur wordt geopend. Stel zo nodig de temperatuurregeling af
ter compensatie van die factoren.