16
Het opsporen en oplossen van problemen (vervolg)
PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
4. Bovenkant en
zijkanten zakken in.
5. Misvormde, knoestige
bovenkant - niet glad.
6. In elkaar gezakt
tijdens het bakken.
7. Broden zijn oneffen en
korter aan één kant.
•Te veel vloeistof.
•Te veel gist.
• Het deeg is mogelijk te snel gerezen
als gevolg van een hoge
luchtvochtigheid en warm weer.
• Onvoldoende vloeistof.
•Te veel meel.
• Ook al zijn broden lelijk van boven,
hun verrukkelijke smaak lijdt daar niet
onder.
• De machine is op een tochtige plaats
gezet of tijdens het rijzen is ertegen
gestoten.
• De capaciteit van de broodpan is
overschreden.
• Er is onvoldoende of geen zout
gebruikt. (zout helpt te voorkomen dat
het deeg te sterk rijst)
•Te veel gist.
•Warm, vochtig weer.
• Het deeg is te droog en kon in de pan
niet gelijkmatig rijzen.
•Verlaag de volgende keer de hoeveelheid
vloeistof met 15 ml/3 tl. of voeg wat extra meel
toe.
• Gebruik de in het recept aanbevolen hoeveelheid
of probeer de volgende keer een snellere cyclus.
• Koel het water af of voeg melk toe rechtstreeks
uit de koelkast.
•Verhoog de hoeveelheid vloeistof met
15 ml/3 tl.
• Meet het meel nauwkeurig af.
• Zorg dat het deeg onder optimale
omstandigheden wordt gemaakt.
• Zet de broodbakmachine op een andere plaats.
• Gebruik niet meer ingrediënten dan aanbevolen
wordt voor een groot brood (max. 900 g).
• Gebruik de in het recept aanbevolen hoeveelheid
zout.
• Meet de gist nauwkeurig af.
•Verlaag de hoeveelheid vloeistof met 15
ml/3 tl. en verlaag de hoeveelheid gist
met
1
⁄4 tl.
•Verhoog de hoeveelheid vloeistof met
15 ml/3 tl.